[In De Hollandsche Lelie van 9 september 1896]

Menige klacht van goede kennissen over hunne koffie heb ik, door mededeeling dezer bereidingswijze, die een smakelijken drank oplevert, tot mijn genoegen reeds dikwijls uit den weg geruimd.

Ik koop altijd rauwe koffie, die ik sorteer en zelf brand. Sedert jaren gebruik ik denk koffiebrander uit ijzeren cilinders bestaande, die over de geheele lengte door een spiritusvlam verhit worden; een half kilo heeft 10-20 minuten noodig; de koperen kogels, die slechts even verhit worden, drie kwartier.
In ‘t begin moet langzaam, maar zoodra de koffie donkerder wordt, moet sneller gedraaid worden. Wij mogen geen blauwen rook waarnemen en oppassen dat de boonen niet knappen.
Is nu de kleur geelbruin en de boon gemakkelijk breekbaar, dan moet de koffie zoo gauw mogelijk in steenen of porceleinen schotels gedaan worden.
Nu moeten de boonen beginnen te zweeten; was dit reeds eerder het geval, dan zij zij te sterk gebrand en zal de koffie scherp en bitter smaken; wordt ze te weinig gebrand, dan behoudt ze een onaangenamen, rauwen smaak.

Onder behoorlijk omschudden wordt, na verdamping, de koffie toegedekt en geheel afgekoeld in bussen bewaard. Het best en smakelijkst is een mengsel, van verschillende soorten: b.v. Java, half Mokka, of half Menado (deze het best zeer oude; ze is dan groot, roodachtig, en wormstekig, het kenteeken voor koffiekenners,) ook Ceylonkoffie alleen of een mengsel van Santos met Guatemala koffie.
Groene koffie alleen is scherp zuurachtig van smaak; de gele is flauw, maar een mengsel van verschillende  soorten geeft den echten koffiesmaak. Betere soorten leveren meer uit dan slechte; zuinigdheidshalve behoeft men waarlijk geen goedkoopere soorten te drinken, en het is niet mogelijk met de beste suikerij een geurige aangename koffie te bereiden.

In de eerste plaats moet nu voor een regelmatig, fijn malenden molen gezorgd worden; het is dwaasheid en verkwisting om van grove korrels koffie te zetten; de mijne is altijd zoo fijn als tafelzout. Van oud, afgekookt, zoogenaamd koffiedik kan nooit een smakelijke koffie bereid worden; zij smaakt altijd als ware zij opgewarmd; bovendien bekomt zij slecht, daar men er een opgeblazen gevoel na krijgt. Hoe frisscher het water, des te meer lucht en koolzuur het bevat. Het water uit de kraan laat ik eenigen tijd wegloopen, en kook nu frisch water.

De koffiekan en filtreer beide moeten van te voren met kokend water worden uitgespoeld en daarna goed afgedroogd. Nu kan eindelijk de koffie, 8 gram voor één kop, in het filtreer gedaan worden en men laat de koffie filtreeren. De tuit sluiten wij met een prop papier af, om te verhinderen dat het aroma vervliegt. Het water moet bepaald goed gekookt hebben, anders zou de koffie niet smakelijk zijn.

Verder moet de handbeweging bij het overgieten flink en krachtig wezen, en er moet niet eerder ander water bijgedaan, vóór alles is weggeloopen; schudden veroorzaakt verlies van kracht en mooie kleur en moet dus nagelaten worden! De temperatuur van het water in de kastrol moet op het kookpunt blijven, doch het mag nooit koken; men verwijdere het dan direct. Droge verwarmingstoestellen leveren nooit een zoo voortreffelijken drank, als deze apparaten.

Wat schenken onze beminnelijke huismoeders uit zilveren kannen vaak onsmakelijke lauwe koffie en wat erger is, soms vergiftige aftreksels!

De op bovenstaande, zorgvuldige manier bereide koffie, kan desnoods, zonder onaangemaan van smaak te worden, 15-20 minuten in het zoogenaamde waterbad blijven staan; integendeel smaakt ze er beter door, omdat de fijne olie na het laatste opschenken zich volkomen afscheidt.

Aardappeleters

De aardappeleters’ van Vincent van Gogh (1885): hier wordt ook koffie geschonken.

Nu nog die gewichtige factoren bij een smakelijke kop koffie! Om den smaak te kunnen beoordeelen zou men ze zonder melk moeten drinken; bij goede koffie moet alleen room gebruikt worden. Melk en room moeten vooral gekookt worden, anders bederft zelfs de beste koffie. Door de melk vooraf te kloppen, ontstaat er een mooi, dicht schuim ls geslagen room, dat er heel smakelijk uitziet; door den klopper tusschen de vlakke hand snel heen en weer te bewegen wordt dit verkregen. Is de geslagen room klaar, en zijn de gasten er nog niet, dan kan de klopper er gerust in blijven staan; men gebruikt hem maar weer eens, om te voorkomen dat er een vlies opkomt. Bij het kloppen mag de kan niet te vol zijn, maar een gedeelte mag zoolang in een anderen pot gedaan worden tot naderhand het schuim klaar is, en er bijgegoten wordt; het schuim komt dan boven. Voor het inschenken behooren de kopjes zacht verwarmd te worden. Ik zelf heb met machines van verschillende naties de proef genomen, en ben overtuigd dat bovengenoemde manier verreweg de beste is. Bij groote haast is het Weenertoestel wel aan te bevelen, doch liefst van porcelein, omdat bij het staan dan geen metaalsmaak ontstaat.

Zoogenaamde Russische machines zijn ook wel goed, maar leveren niet zulk een goede koffie als genoemde, omdat ze de koffie kracht ontnemen.

Goede wil en oefening zullen rijkelijk beloonen!

Ideaal en praktijk.

 

dagelijks leven huishouden koffie