Deze week zag ik Sarah Bernhardt, la divine van regisseur Guillaume Nicloux, met in de hoofdrol  Sandrine Kiberlain. In de film blikt de legendarische Franse actrice terug op haar leven, en dan specifiek op de dag waarop zij op het hoogtepunt van haar carrière was, maar waarop zij ook haar grootste liefde verloor. Een béétje jammer is het wel dat nou net die liefdesgeschiedenis fictief is, want daarop leunt het hele verhaal.

De film geeft wel een mooi beeld van de verschillende kanten van Sarah Bernhardt (1844-1923), de eerste échte wereldster. We zien haar excentriciteit en divagedrag, haar warme vriendschappen, haar humor, haar vrijgevochtenheid en vooral ook de tragische kanten van haar bestaan. Ook komen er collega-beroemdheden voorbij, zoals Sigmund Freud en Alphonse Mucha, de ontwerper van de prachtige affiches met haar beeltenis. En dat allemaal tegen schitterende decors en in mooie kostuums, met sfeervolle muziek van onder meer Ravel, Chopin en Debussy.

Aan het begin en eind van de film zijn er zwart/wit-beelden van haar leven en de zeer drukbezochte uitvaart opgenomen; ik had het zelf leuker gevonden als daar wat meer van te zien was geweest. Want na het zien van de film kun je nog niet goed vertellen waarom zij nou zo’n gevierde actrice was, en hoe het kwam dat de hele wereld aan haar voeten lag. Het is daarom ook moeilijk om te zeggen of ik de film nu wel of niet zou aanraden, voor mij was het een typisch geval van drie sterren: prima maar niet geweldig. De trailer geeft wel een goed beeld, dus als je die leuk vindt, moet je zeker gaan.


Sarah Bernhardt in De Hollandsche Lelie

Ook in De Hollandsche Lelie komt haar naam regelmatig terug. Bijvoorbeeld bij het verslag van een bezoek aan de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, waar Sarah Bernhardt dagelijks optrad (al ging het er vooral over dat het in het kleine theater erg warm was en de consumpties heel duur). Of tien jaar eerder, bij de bespreking van haar optreden als Jeanne d’Arc, in een Parijs’ theater. Recensente ‘Willy’ was eerst wat teleurgesteld over de eenvoudige manier waarop de toen al wereldberoemde diva haar rol vertolkte, maar realiseerde zich vervolgens dat het juist extra knap was om het personage haar natuur en eenvoud terug te geven.

Acht jaar na het overlijden van de actrice, op 24 juni 1931, besprak L. de Wildt-Beversen in het tijdschrift het boek La grande Sarah van musicus Reynaldo Hahn. Het bevat zijn herinneringen aan de actrice, die hij als kind al had zien spelen. Jaren later maakte hij kennis met haar en hij bleef met haar bevriend. Enkele passages uit het artikel:

‘Sarah doorleefde wel degelijk haar rollen en bij groote scènes kon zij geheel overstuur zijn. Eens, het was in Frou-frou, vond men haar tusschen de coulissen, te ontroerd om een woord te kunnen uitbrengen. Schreiend kwam ze op het tooneel en haar rol werd telkens door snikken onderbroken. Sarah was volstrekt niet ongevoelig, zooals men het maar al te dikwijls wilde laten voorkomen, en haar grilligheden waren sterk overdreven. Een goede daad, haar bewezen, vergat ze nooit en ze kon zeer goed een echte van een onechte vriendschap onderscheiden.’

‘Dikwijls haalde ze oude herinneringen op. Ze vergaf het zichzelf nooit, dat ze, toen ze jong was, in den overmoed van haar glorie Victor Hugo eenigszins geringschattend behandeld had. “Ik was dom genoeg om het gezelschap van een paar elegante leegloopers te verkiezen boven het zijne en ik heb hem eens midden in een gesprek in de steek gelaten!” ‘

‘In dit boek, waaruit de bewondering voor de groote tragédienne zoo duidelijk spreekt, roemt Hahn vooral haar energie en geestkracht, die ze tot aan haar dood (1923) behield.’

Uitvaart en graf

Sarah Bernhardt overleed op 26 maart 1923 en werd begraven op het beroemde kerkhof Père Lachaise. Honderdduizenden mensen stonden langs de weg om haar haar laatste eer te bewijzen.

Vorig jaar was ik op Père Lachaise en daar bezocht ik ook haar graf.

Meer filmbesprekingen

Op deze site zijn meer besprekingen van films te lezen, zoals van Killers of the Flower Moon, Orlando, Sweet Dreams en Nosferatu uit 1922, de eerste (ongeautoriseerde) Dracula-verfilming, die nog steeds geldt als de moeder aller vampierfilms.

Film Sarah Bernhardt