Dit jaar ben ik serieuzer aan de slag gegaan met mijn plan om een boek te schrijven over De Hollandsche Lelie. Het idee is om zoveel mogelijk interessante dingen uit het tijdschrift te delen en te voorzien van achtergrondinformatie, zodat het ook gaat leven voor de lezers van nu. Ik richt me daarbij op de periode 1887 – 1916: vanaf de start van het tijdschrift tot het moment dat de hoofdredactrice van dat moment, Anna de Savornin Lohman, de pen neerlegde. Na haar vertrek zou het blad een nieuwe koers gaan varen, niet in de laatste plaats omdat Lohman er inmiddels wel een héél persoonlijk stempel op had gedrukt. Het blad werd in die tijd niet voor niets ook wel De Hollandsche Distel genoemd, zo fel ging ze tekeer.

Inmiddels ben ik een heel eind op weg met het manuscript en het is nu het moment om alle verschenen nummers uit die tijd – het is een weekblad! – nog eens systematisch door te nemen. Veel gebonden jaargangen heb ik zelf in mijn bezit; een deel is toegankelijk via de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren en voor de ontbrekende vier jaargangen kan ik terecht bij de afdeling Bijzondere Collecties van de UvA (onderzoekzaal Allard Pierson) en het archief van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Ik had in beide instellingen al eens zitten lezen en foto’s gemaakt van een aantal pagina’s, maar het leek me toch fijner om alles altijd ter beschikking te hebben. Vandaar dat ik gisteren maar eens naar Amsterdam ben gegaan om op beide plekken urenlang foto’s te maken, meer dan 2.000 pagina’s in totaal. Het was een lange zit en erg eentonig werk, maar ik ben blij dat ik vanaf nu op ieder moment overal bij kan.

Allard Pierson Leeszaal Allard Pierson Twee jaargangen in Atria

Eerdere blogpost over de bijzondere kamer waar ik werk aan deze website en het boek: https://www.dehollandschelelie.nl/blog/een-historische-werkplek/

Blogpost over een schrijfretraite afgelopen voorjaar: https://www.dehollandschelelie.nl/blog/schrijfretraite/

Anna de Savornin Lohman Boekpublicatie