Op 23 juni jl. verscheen een juichende recensie door Thomas de Veen op de site van NRC. Hij kwam superlatieven tekort bij zijn bespreking van Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje: “Het begint met een jonggestorven schrijfster à la Emily Brontë, maar deze gigantische roman van Anjet Daanje, in elf episodes, is een bijna onbevattelijk knap en levendig boek over het raadsel van leven en dood.” En verderop: “Alleen ‘De ontdekking van de hemel’ komt in de buurt van dit verpletterende boek”. In zijn bijbehorende tweet schreef hij: “Als ik voor één keer zes ballen kon geven, deed ik het.”

Prompt raakte de eerste druk van het boek uitverkocht en het wachten was op de tweede druk – die gelukkig inmiddels verschenen is. Zelf had ik het boek inmiddels aangeschaft op mijn e-reader en het is inderdaad een spectaculaire roman. Het is eigenlijk een heel universum aan verhalen, die allemaal op de een of andere manier gerelateerd zijn aan Eliza May Drayden, de schrijfster met wier overlijden rond 1850 in het Yorkshire dorpje Bridge Fowling het boek begint. Zij was de auteur van de duistere roman Haeger Mass die bij verschijnen – onder een mannelijk pseudoniem – amper werd opgemerkt, maar die in de loop der jaren steeds meer als een meesterwerk wordt beschouwd. Ieder volgend hoofdstuk schuift ten opzichte van het voorgaande een stukje op in de tijd; het elfde verhaal eindigt in 2007 in Groningen.

Het boek is een soort spiegelpaleis, met steeds terugkerende gebeurtenissen (vaak gerelateerd aan de dood), voorwerpen (zoals vliegen, bramenjam of rode vlekken op iemands lichaam) en situaties (bijvoorbeeld zussen die een bijzondere relatie hebben of mensen en dingen die kwijt raken). Tussendoor lezen we fictieve boekfragmenten, artikelen en poëzie van de hoofdpersoon (door Daanje vertaalde gedichten van Emily Brontë, haar inspiratiebron voor dit boek). Interessant zijn ook de aantekeningen van een biografe van Drayden. Zij wordt eerst als een groot kenner van haar werk beschouwd, maar later gezien als een bedriegster, met alle gevolgen van dien. Doordat je als lezer zoveel verschillende soorten informatie krijgt, weet je meer dan de personages – al moet je soms ook twijfelen aan de betrouwbaarheid van wat je leest. Het boek wordt daardoor tegelijk een soort puzzel, die steeds van vorm verandert.

Tijdens het lezen dacht ik vaak: dít vind ik het mooiste hoofdstuk, maar dan bleek een volgend verhaal toch weer minstens zo boeiend. Een episode die in ieder geval blijft hangen is die van de zusjes die als tweeling worden geboren, maar die als één meisje door het leven gaan, zodat ze hun vader kunnen helpen bij het oplichten van argeloze bezoekers van spirituele seances. Die krijgen de schrik van hun leven als er een tweede versie van het meisje als geestverschijning tevoorschijn komt en allerlei griezelige uitspraken doet. Ook het gedeelte over de vloek die op meerdere generaties jongens met de naam ‘Emery’ rust, is huiveringwekkend. Naast dit soort ‘gothic’ verhalen geeft Daanje ook een mooi beeld van wat er met een dorp gebeurt als er achteraf een wereldberoemde persoon blijkt te hebben gewoond en het zomaar uitgroeit tot een toeristische trekpleister. En hoe er dan ook al snel een strijd losbarst tussen biografen met verschillende interpretaties van haar werk.

Voor wie nog een mooi boek voor de zomervakantie zoekt is dit dus echt een aanrader. Gelukkig hoef ik me op deze site niet aan maximale aantallen sterren of ballen te houden. Vandaar: zeven ballen voor Het lied van ooievaar en dromedaris!

Anjet Daanje, Het lied van ooievaar en dromedarisUitgeverij Passage, 2022, 655 pagina’s, € 34,-.
De website van Anjet Daanje, door te bladeren als een boek: Anjet Daanje – Anjet
Leestip: interview op de site van VPRO Boekengids: De ongekende verbeeldingskracht van Anjet Daanje – VPRO Gids.