Vorige week was ik voor een congres in het Roemeense Timișoara. Gelukkig had ik ook wat tijd om de stad te bekijken, want die is echt de moeite waard. Allereerst de architectuur: Timișoara wordt niet voor niets Klein Wenen genoemd. Veel gebouwen komen uit de negentiende eeuw en zijn geïnspireerd door de Wiener Secession (de plaatselijke variant van de Jugendstil of Art Nouveau). Het opvallendste voorbeeld is het veelkleurige Brück Huis.
Daarnaast startte in Timișoara de Roemeense revolutie, die het einde van het regime van de communistische dictator Nicolae Ceaușescu inluidde. Het Museum van de Revolutie laat de gebeurtenissen van dag tot dag zien en bij het bekijken van de beelden en verhalen kun je alleen maar diep onder de indruk raken van de moed van de mensen die het aandurfden om in opstand te komen. Een symbool van die periode zijn de vlaggen waar het wapenschild van destijds uitgeknipt is; tegenwoordig zijn de vlaggen egaal blauw, geel en rood, zonder wapen.
Ook was ik in het kleine Museum van het Communisme: een café met daaronder een aantal ruimtes volgestouwd met spullen uit de periode tot 1989.
Mijn persoonlijke doel was het zoeken van sporen van Carmen Sylva, pseudoniem van de Roemeense koningin Elisabeth (1843 – 1916) die rond 1900 tal van boeken schreef waarvan de vertalingen in De Hollandsche Lelie steevast juichend werden besproken. Ik kwam langs een park met haar naam en na even zoeken vond ik ook een middelbare school genaamd Colegiul Național Pedagogic „Carmen Sylva”. Deze school bleek te zijn gesticht in 1881 en in 2002 naar Carmen Sylva te zijn vernoemd. Dat er ook een standbeeld van de schrijvende koningin voor stond, was helemaal een mooie verrassing.