Vandaag, op Koningsdag 2022, bleek uit het jaarlijkse onderzoek dat het vertrouwen in koning Willem-Alexander opnieuw gedaald is. Dit komt onder meer door een aantal zeer onhandige keuzes van het koninklijk gezin in coronatijd.  De steun voor de monarchie gaat ook al jaren achteruit. Inmiddels vindt een kwart van de Nederlanders een republiek als staatsvorm beter passen bij Nederland. Volgens royalty-watchers is er dus werk aan de winkel voor het koningshuis. Door zich op de juiste manier te gedragen bij evenementen zoals het bezoek aan Maastricht van vandaag, zal de koninklijke familie het imago zo snel mogelijk weer op moeten poetsen.

In 1911 was dat niet anders. Ook toen werd vanuit het koninklijke familie al geprobeerd om zo positief mogelijk voor de dag te komen en ook toen was niet iedereen even enthousiast. Aan Anna de Savornin Lohman, destijds hoofdredactrice van De Hollandsche Lelie, was het charme-offensief niet besteed. Zij keek zoals altijd uiterst kritisch naar de publieke optredens van het koninklijk gezin en ergerde zich in het bijzonder aan de kritiekloze pers die onveranderd positief over het koningshuis bleef schrijven. In het nummer van 21 juni 1911 schreef ze in de rubriek ‘Varia” over het bezoek van koningin Wilhelmina en haar toen twee-jarige dochter prinses Juliana aan Amsterdam:

“Elken dag brengen de hollandsche couranten mij hier in den vreemde de walgelijkste flauwiteiten aangaande het verblijf van de Koningin in Amsterdam. Voornamelijk waar het geldt de prinses wordt je weeierig in de maagstreek, als je leest hoe er niets, ook maar letterlijk niets aardigs van ‘t kind valt te vertellen, en hoe de pennelikkers zich diens ondanks uitsloven om op de onnoozelste manier over haar eendjes-voeren, etc., de wauwelen. Tusschen twee haakjes, zij, de pennelikkers, kunnen dat moeten wauwelen niet helpen; ‘t is immers ‘t slavenzielachtige publiek, de abonne’s van de courant, die al dien walgelijken nonsens willen lezen. Dus, om de abonne’s te believen, om ‘t lieve geld met andere woorden, moeten de reporters er wel lustig op los leuteren over Juliaantje, al valt er ook niets, absoluut niets wezenlijkst van haar te vertellen, daar ‘t kind niets schijnt te zeggen, noch te doen, dat ook maar eenigszins wezenlijk “leuk” is. – En toch, te midden van al die weeïgheid, ben ik gisteren, 10 juni, in lachen uitgebarsten van dollen pret om de onbewuste geestigheid van de prinses, waar de courant je, als een hoogst interessant feit, meedeelde dat zeker raadslid-echtgenoote hare drie zoontjes-jonkheertjes alle drie had mee gesleept naar het Vondelspark, om er met H.K. Hoogheid te spelen – – en dat die niets geen notitie van hen had genomen, en in plaats daarvan met haar bal was gaan spelen.

Koningin Wilhelmina met prinses Juliana (1914), via Wikipedia

‘t Stond er zóó idioot-onnoozel dat bericht, dat de opteekenaar ervan zeker zelf heelemaal ontsteld is geweest van zóó’n affront, drie jonkheertjes, expresselijk door mama naar ‘t Vondelspark gebracht om “de hooge eer te genieten,” waarop dan verder ‘n heel leven lang had kunnen worden gebluft – – en de “Koninklijke Hoogheid”-zelfve nog zóó naïef, dat zij, in plaats van de jonkheertjes behoorlijk te “beëeren”, ‘n simpelen plebejischen bal boven hen verkoos.
– – Ik herhaal, van ‘t heele bezoek in Amsterdam heb ik niets, niet één woord gelezen, dat de vermelding wáárd was wat betreft ‘n wezenlijk aardig kindergezegde of dito kindergedoe. Maar deze onbewuste onnoozelheid heeft me alle weeïgheid vergoed die ik dezer dagen in dat opzicht heb moeten doormaken.”

Anna de Savornin Lohman Juliana Koningin Wilhelmina