Mijn opa droeg vaak een hoed en als hij een bekende tegenkwam tilde hij die even op. Als kind vond ik dat altijd een hele leuke manier van groeten en ik realiseerde me pas onlangs dat ik deze wijze van gedag zeggen al jaren niet meer gezien heb. Al net zo ouderwets is het maken van een buiging. Ooit algemeen gangbaar, maar in onze contreien tegenwoordig vooral iets wat met het koningshuis geassocieerd wordt. Het koninklijke ‘kniksje’ is in Engeland nog zeer gebruikelijk; bij ons is het al jaren geleden door koningin Juliana afgeschaft. In De Hollandsche Lelie van 9 september 1891 is deze gewoonte nog springlevend en wordt de abonnees stap voor stap verteld hoe ze een nette buiging horen te maken. Immers, zonder deze vaardigheid is geen enkele opvoeding compleet.  

De meeste ouders weten bij ondervinding welk gewicht er in gezelschappen gehecht wordt aan goede manieren en beleefdheidsvormen. Daarom verlangen zij zelfs, dat door een dansmeester hierop voornamelijk wordt gelet.
De eerste vereischte voor hen, die aanspraak willen maken op eene voltooide opvoeding, is het maken van eene nette buiging. Men onderscheidt een staande, een gaande en een zittende buiging.

Staande buiging.
De eigenlijke buiging, “Révérence”, wordt gewoonlijk in 3 onderdelen gesplitst, welke echter ongemerkt in elkaar moeten vloeien.
1. Men buigt beide knieën, laat de zwaarte van ‘t lichaam op één voet rusten en schuift den anderen langzaam naar achteren, waarbij men vooral moet opletten, de beenen niet te kruisen, ten einde geen belachelijk figuur te maken.
2. Nu wordt de zwaarte van het lichaam van den voorsten voet overgebracht op den achtersten en zet men het buigen zoolang voort, tot men hoofdzakelijk op het achterste been rust, terwijl tegelijkertijd langzaam de gewone rechtopstaande houding weer wordt aangenomen. De hak van den achtersten voet is gedurende deze beweging op den grond gekomen.
Wordt de buiging gedaan voor iemand met wien men op een vriendschappelijken voet omgaat, dan blijft men gedurende de buiging den bewusten persoon aankijken.
Wil men echter eene diepe buiging, “une Révérence”, maken, zoo begint men reeds bij het eerste gedeelte der buiging het bovenlijf eenigszins voorover te neigen, de oogen benedenwaarts gericht.
Het strekken der beenen, op het eind der buiging, gaat gepaard met het wederoprichten van het bovenlijf.
Hoe hooger geplaatst de persoon is, des te dieper is de buiging te maken.
3. De voorste voet wordt op een sierlijke manier naast den achtersten geplaatst.

Houding der armen.
In verscheidene streken bestaat het gebruik, dat de dame de armen over elkander legt; een natuurlijk afhangen der armen is beter en meer in zwang.
Vroeger was het gebruikelijk, het kleed zijwaarts met de handen op te nemen, zooals in de menuet; tegenwoordig echter doet men zulks nog slechts aan eenige hoven en bij bijzondere feestelijke gelegenheden; in gewone gezelschappen zou deze manier van groeten bespottelijk zijn.

De blik.
Vóór men de buiging maakt, ziet men den bewusten persoon vriendelijk aan, opdat deze merke dat ze hem geldt; na de buiging ziet men den persoon nogmaals met vriendelijk vragenden blik aan, ten einde te vernemen, of hij ons soms iets te zeggen heeft.

Afstand
De gewone afstand, waarop men voor een persoon buigt, is drie schreden; bleef men verder van hem staan, dan zou hij genoodzaakt zijn hardop te praten of wel naderbij te komen.
Wordt de buiging voor meerdere personen gemaakt, dan houde men den afstand zoo groot, dat men ze allen met een enkelen blik kan overzien.
Begroet men een grooter gezelschap, dan buigt men reeds bij het binnenkomen, te allen tijde op zoo’n afstand, dat men elkeen kan zien.

Voorbereidingsbewegingen.
Meestal wordt de buiging voorafgegaan door een kleinen pas voor-, achter- of zijwaarts. Steeds moet men zorgen, recht te staan tegenover den persoon, dien men groeten wil.
Verwelkomt of nadert men iemand, dan doet men bovengenoemd pasje voorwaarts; is men van plan afscheid te nemen, dan doet men na de buiging eenige passen achterwaarts.
Groet men meerdere personen, zoo begint men aan eene zijde, maakt men een pasje naar den anderen kant, ziet gedurenden dien tijd alle personen beurtelings aan en daarna buigt men.
Zijn bij het binnentreden van een vertrek de verschillende personen hier en daar verspreid, dan zal men dikwijls genoodzaakt zijn eene buiging rechts en eveneens eene links te maken.

Buigingen bij het gaan.
Begroeten dames elkander op straat, dan maken zij eene lichte buiging met het bovenlijf, in de meeste gevallen met een vriendelijk knikje.
Heeft de ontmoeting in een salon plaats, dan eischt de étiquette soms eene diepere buiging, die op straat zonderling zou schijnen.
Daar het de gewoonte is, dat heeren dames het eerst groeten, is het natuurlijk dat deze laatsten den groet slechts beantwoorden.
In Engeland en Amerika eischt echter de goede toon, dat de dame het eerst groet.
Wanener we door personen uit een rijtuig of uit een venster gegroet worden, groet men eveneens terug of wuift den persoon toe, hetgeen meer zichtbaar moet zijn, naar gelang de afstand grooter is.

Buigingen in zittende houding.
Deze beweging geschiedt door het vooroverbuigen van het bovenlijf en door, naar omstandigheden, de oogen nederwaarts te richten, daar het bij dames zeer goed kan voorkomen, dat zij, zelfs zittende, eerbiedig moeten groeten, bv. wanneer nieuwe gasten een vertrek binnentreden waar dames gezeten zijn.
Zelden staan in zulk geval de dames op, behalve de huisvrouw of die dame, welke zich er mede belast heeft, de gasten te ontvangen.
Wordt eene dame voor een volgenden dans gevraagd of bedankt zij daarvoor, zoo buigt zij slechts, zittende.
Komt echter eene getrouwde dame haar aanspreken, dan is het haar plicht op te staan.
Een jong meisje moet vooral zorgen, bescheiden in haren groet te zijn, daar dit hare aantrekkelijkheid veel verhoogt. Vrije en brutale manieren van jonge meisjes maken steeds een slechten indruk.
Schoolsche vormen misstaan volwassenen ten eenenmale, daar men van hen terecht verwachten kan, dat zij zich vrij en ongedwongen bewegen.

LEON S.

Vormen