Prins Hendriks auto-ongeluk met noodlottige gevolgen
Een maand nadat zij schreef over de kruiperige manier waarop de pers Koningin en Prins volgt tijdens hun verblijf in Duitsland, wijdt Anna de Savornin Lohman opnieuw aan artikel aan Prins Hendrik, getiteld ‘Troost!’. Deze keer gaat het om de noodlottige gevolgen van een ongeluk met zijn auto (De Hollandsche Lelie 5 maart 1913).
Onlangs deed een courantenberichtje de ronde, meldende dat de Prins, gedurende zijn verblijf op Hohenmark, een kind heeft overreden, een zevenjarig meisje!
Natuurlijk heette het een “licht ongeluk.” Ik heb zelfs ergens gelezen dat de Prins zelf aan de Koningin zou hebben getelegrafeerd, hoe ‘t meisje slechts onbeduidend werd gekwetst.
De fransche couranten – minder genoodzaakt tot beleefd doodzwijgen dan de hollandsche – berichtten intusschen terzelfder tijd onmiddellijk, hoe het arme kindje hopeloos was….
En inderdaad stierf het.- –
Over ‘t auto-ongeluk aangericht in Amsterdam, door den bezitter van “Het Leven”, zwijgt althans Amsterdam niet. – –
Van dit met den dood betaald prinselijk ongeluk lezen we alleen, als gold het zoo heelemaal niets bijzonders:
In Heddersheim is gisteren op de begraafplaats het lijkje ter aarde besteld van het 7-jarig meisje, dat kort geleden door den auto van Z.K.H. den Prins, en bestuurd door diens chauffeur, werd overreden.
Z.K.H. had een krans gezonden, terwijl de adjudant en de chauffeur van den Prins bij de teraardebestelling aanwezig waren. (Vaderland.)
Ik vraag U, kan het troostrijker? Niet alleen de chauffeur, maar zelfs de adjudant van den Koninklijken Hoogheid waren bij de begrafenis aanwezig! En dan nog een krans van den Prins-zelf! Je zoudt voor zooveel “eer” met plezier je heele gezin laten overrijden! – –
Ten minste, sommige menschen zouden dat. – –
Wat mij betreft, kinderen heb ik niet. En mijn Benjamin houd ik – uit vrees voor de auto-bandieten – steeds aan de lijn. Dus, als de Prins dien overrijdt, dan doet hij ‘t mij metéén. En kan ik hem zijn eventueelen troost-krans niet eens terugzenden. – –
Maar ‘t is wáár ook, Benjamin is “maar ‘n hond.” Die zou nog zelfs die “hooge eer” van ‘n krans niet deelachtig worden.
– – – Wat komt het eigendom van ‘n ander er op aan, hond of kat, of wat ook, als ‘n auto-bandiet gelieft te snel te rijden!
Wees liever op je knieën dankbaar dat het je kind is dat wordt gedood, want, in ‘t eerste geval krijg je heelemaal niets tot troost, maar in ‘t laatste, een in de couranten besproken begrafenis, bijgewoond door den onvrijwilligen moordenaar, en door den adjudant van den inzittenden vorst, en, last not least, opgeluisterd door een krans, gezonden door dien vorst!
Voor zóó veel eer moet je toch wat over hebben, nietwaar?
Al is het ook de bloedige dood van je zevenjarig, niets-kwaads-vermoedend meisje!
[Foto Prins Hendrik via Wikipedia]