De jonge koningin Wilhelmina

door | 4 oktober 2019 | Geschiedenis

In De Hollandsche Lelie van 6 januari 1897 verscheen een artikel ‘Naar het Fransch van Jean Bertheroy’. Deze Franse schrijfster had de toen zestienjarige koningin Wilhelmina in het echt gezien en daar een lyrisch stuk over geschreven. Er staat tussen haakjes boven: “Wij plaatsen onderstaand staaltje van het mengsel van ‘Wahrheit und Dichtung’ dat men in het buitenland dikwijls over Nederland en Nederlandsche toestanden te lezen krijgt.” We moeten deze tekst met een flinke korrel zout nemen dus. Wat het voor onze tijd interessant maakt, is dat het een beeld geeft, hoe gekleurd ook, van Wilhelmina in haar jeugdjaren. Zij was natuurlijk niet haar hele leven die krijgshaftige vrouw in een vormeloze jas, zoals we haar kennen van bijvoorbeeld de standbeelden in Den Haag en Utrecht.

Een toeval bracht me verleden jaar in de nabijheid van H.M. Koningin Wilhelmina. ‘t Was in het heerlijke Bosch, het Haagsche Bois de Boulogne, waar ontelbare beuken zich verheffen tot een hoogte die in onze streken onbekend is. De jonge koningin, zooals men haar noemt, om haar te onderscheiden van hare moeder, koningin Emma, verliet haar paleis, dat in de vrije, woeste natuur ligt, een kluizenaar zou er jaloersch van worden, zij liep alleen in de schaduwrijke laan en had zich, denkelijk met opzet, verwijderd van hare gouvernante, zoodat ik haar op mijn gemak kon bespieden.

Hoewel ik haar nooit gezien had, herkende ik haar toch onmiddellijk; men behoeft maar één uur doorgebracht te hebben in welke stad van Nederland ook, om de trekken der jonge koningin op honderd verschillende manieren gezien te hebben. Haar buste bevindt zich in alle stations, alle museums, haar portret ziet men voor de ramen van bijna elken winkel, wat men er ook verkoopt, op pakjes sigaren, chocolade-tabletten, ik heb er zelfs gezien op doosjes schoensmeer. Maar, zooals bijna altijd, geeft de persoon een geheel anderen indruk dan de plaat.

Groot en forsch voor 16 jaar, is zij blond en bleek als haar ras. Als alle Hollandsche dames heeft zij een lang, weinig gevormd figur, het teeken van trouw, zou een moralist zeggen. Haar mond heeft een vroolijken schalkschen trek, hare oogen zijn groot en zeer mooi, de kleur er van houdt het midden tusschen zeegroen en hemelschblauw. Het zijn oogen, die aan het gelaat eene bijzondere beteekenis geven, eene zedelijke waarde, als men het zoo noemen mag; zoo zeer weerspiegelt zich er het innerlijke wezen in, zonder bijvoeging van eenig vreemd element. Men vermoedt achter die oogen eene bepaalde persoonlijkheid, iemand, die gewoon is, in zichzelf gekeerd te leven, in één woord de Hollandsche ziel met al zijn geestkracht en strijdlust. Een blauwe bloem bloeide tusschen het mos aan den weg, de jonge koningin bukte zich om ze te plukken en door het gebladerte viel een zonnestraal op haar goudblond haar, dat los over de kant van hare pelerine hing. Op dit oogenblik naderde de gouvernante met overhaaste schreden en de twee silhouetten verdwenen in de ochtendstilte van het Bosch.
De jonge koningin der Nederlanden is zeer bedreven op alle gebied van sport dat door hare landgenooten wordt beoefend: zij is eene schaatsenrijdster van den eersten rang, en alle Hollanders roemen de gratie, waarmede zij, reeds als kind, haar span Friesche paarden door de lanen van het Bosch bestuurde.
Trouwens de bewoners in alle hoeken van het koninkrijk zijn eenstemmig in hun lof over haar. Al haar doen en laten levert een onuitputtelijke stof voor gesprekken. Men herinnert zich de anecdote, die eenige jaren gelden in alle couranten de ronde deed en die de goede Hollanders onder een pijp en een glaasje jenever elkaar vertelden: De kleine koningin was stout geweest en hare onderwijzeres, een Engelsche, had haar als straf opgegeven eene kaart van Europa te teekenen. Wilhelmina deed het zonder morren en na een uur bracht ze triomfantelijk aan de strenge Miss haar werk, waar het Europeesch evenwicht wel een beetje in de war was, want Engeland stond er op als een nauwelijks zichtbare speldeknop, terwijl Holland, dat zich ver over de zee uitstrekte, er eene enorme plaats bekleedde.
Begaafd met veel tact goeden vorsten eigen, weet Wilhelmina hare trouwe onderdanen in het hart te treffen. Zij acht het niet beneden hare waardigheid zich in ‘t publiek in nationaal costuum te vertoonen met een kostbaren, kanten sluier, een licht zijden schort, een mat gouden band om het voorhoofd en zware hangers aan de slapen. Zoo opgesierd gelijkt ze een afgodsbeeldje en ze is werkelijk de afgod van dat dappere Hollandsche volk, dat republikeinsch van zeden en monarchaal van instellingen gebleven is.
Vrouwenhaters kunnen zich ergeren zooveel zij willen en hunne zaak bepleiten met een massa argumenten, voorbeelden kunnen zij er niet tegen over stellen aan het gezond verstand der menigte, die deze vrouwen eert, koninginnen of regentessen, allen berekend voor hun taak, hoe moeilijk die ook zij – Victoria van Engeland, Christina van Spanje, Emma en Wilhelmina der Nederlanden.

Foto’s Richard Kameke / GS

Emma Koningin Wilhelmina Victoria