De afgelopen week was er veel te doen rond studenten van het Groningse Corps Vindicat Atque Polit die zich in een Sushi-restaurant zouden hebben misdragen. Dit soort incidenten zijn niet nieuw; ook in de tijd van De Hollandsche Lelie kwamen ze al voor. Onder de kop ”Geestig?’ veegt hoofdredacteur Anna de Savornin Lohman in het nummer van 15 november 1911 de vloer aan met de betreffende studenten.
“Een ‘bah’ voor die herriemakers, die eens mannen van gezag heeten te worden!” Deze welverdiende woorden vind ik in een socialistisch weekblaadje, naar aanleiding van de in alle couranten de rondte gedaan hebbende geschiedenis der studenten-onhebbelijkheid in Scala, verleden Zaterdag; (waarlijk, dat uitbazuinen van deze kinderachtige rustverstoring was overigens te veel eer voor hen). De uitdrukking is wélverdiend. Bah. Dat is ‘t rechte woord ervoor. Aan kinderen, van veertien jaar reeds, zou men zeggen: Toe stel je niet zoo onnoozel aan. En deze ‘studenten’ verbeelden zich, dat zoo’n lamlendig de orde verstoren in een voorstelling ‘geestig’ zou zijn! ‘t Bewijs hoe zuiver een gezonde jongen, – niet eens eens jonge man maar een jongen – voelt in dezen, werd mij dienzelfden middag geleverd toen het relletje ‘s avonds gebeurd is. ‘t Waren vermoedelijk dezelfde geestige (?) studenten, die toen namelijk rondreden door Veenestraat enz., half-dronken (natuurlijk), met hun corpspetten op, en zich flauw te keer stellend met trompetten en andere ongemeen geestige (?) manieren om de aandacht te trekken. Natuurlijk gelukte dit ook, en kwam er een oploopje, maar ik hoorde een paar straatjongetjes die achter me aan liepen, verachtelijk tegen elkaar zeggen: “Gut, doe dáár nou geen moeite voor om dáárvoor hart te loopen. Wat is dáár nou aan?” De ventjes toonden meer gezond verstand dan de aanstaande ‘mannen van ‘t gezag’. Natuurlijk ook, zij waren immers niet dronken. God, wat hebben we toch een misselijke maatschappij, als je er goed over nadenkt! En, veranderen zal ‘t toch nooit, omdat de menschen nu eenmaal zoo zijn, als massa genomen. Dat is het ontmoedigendste nog ervan!