‘I love you, Rietveld’ gaat over de geheime liefde tussen Truus Schröder en Gerrit Rietveld en over het huis dat zij samen bouwden.
Gek genoeg was ik zelf nog nooit in het Rietveld Schröderhuis geweest, hoewel ik er vaak langs ben gefietst en steeds bedacht dat ik toch echt eens binnen moest gaan kijken. Eigenlijk maar goed ook, want een eerste bezoek meteen na het lezen van het boek van Jessica van Geel is extra speciaal. Ik had het gevoel het huis al echt te kennen en toen ik, na eerst beneden te hebben rondgekeken, de beroemde bovenverdieping voor het eerst in werkelijkheid zag, was dat een overweldigende ervaring.

Hoofdpersoon van het boek is Truus Schräder. Ze werd in 1889 geboren in Deventer en trouwde in 1911 met de Brabantse advocaat Frits Schröder, “die enkel in naam goed bij haar paste”. Na hun huwelijk gingen ze in Utrecht wonen. In datzelfde jaar ontmoette ze de liefde van haar leven: meubelontwerper Gerrit Rietveld. “In 1911 zou alles veranderen. In dat jaar trouwde Truus. En in dat jaar ontmoette ze haar grote liefde. Het waren twee verschillende gebeurtenissen, het ging om twee verschillende mannen. De man met wie ze in het huwelijk trad was algauw niet meer de man die ze liefhad, en de man die haar grote liefde bleek zou haar grote liefde blijven.”
Meer dan veertig jaar hadden ze een geheime relatie. Truus werd al jong weduwe; Gerrit bleef getrouwd en bij zijn gezin wonen. Samen ontwierpen ze het huis waar zij in 1925 met haar kinderen ging wonen. Zestig jaar later, in 1985, zou ze in datzelfde huis overlijden.

Het boek begint met een proloog, waarin de auteur van het boek meeloopt met een rondleiding door het Rietveld Schröderhuis, samen met Corrie Nagtegaal. Die woonde tijdens haar studie Nederlandse taal- en letterkunde op kamers in huis bij mevrouw Schröder en was ook degene die Truus er zag sterven. Doordat we door haar ogen opnieuw naar het huis kijken, worden heden en verleden op een mooie manier met elkaar verbonden. We komen erachter wat er sinds het overlijden van mevrouw Schröder in het huis is veranderd en vooral: wat precies hetzelfde is gebleven. En we leren Truus, opdrachtgeefster van het huis, binnenhuisarchitecte, alvast een beetje kennen. “Een statige en intellectuele vrouw. Een vrouw die streng kon zijn, of liever: rechtlijnig.”

Rietveld Schröderhuis, d.d. 29-01-2020 (foto's GS)

Rietveld Schröderhuis, 29-01-2020 (foto’s GS)

In de proloog lezen we ook wat er nu zo bijzonder aan het huis is. “Haar huis was alles wat een huis niet hoorde te zijn. Een optelsom van rechte lijnen en scherpe hoeken, soms gestut door stalen balken – bouwmateriaal dat gewoonlijk werd weggewerkt. Een plat dak en glad gestucte buitenmuren van wit en verschillende grijstinten. Grote, brede ramen, zwart omrand bovendien, wat ook niet gebruikelijk was. Sommige delen van de gevel steken uit, andere delen liggen dieper. De balkons lijken te zweven en aan één kant steekt het dak boven een hoekraam uit. Het Rietveld Schröderhuis is een stapeling van grotere en kleinere vakken, afgewisseld met hier en daar een horizontale of verticale streep rood, geel en blauw – als een driedimensionaal schilderij van Piet Mondriaan, wordt vaak gezegd. De woning van Truus Schröder ziet er nog steeds uit alsof het voor de toekomst is bedoeld.“

In de daarop volgende hoofdstukken wordt de levensloop van Truus, Gerrit en hun beide families gevolgd. Door steeds de link te leggen met actuele gebeurtenissen (Truus werd bijvoorbeeld geboren in het jaar dat de Eiffeltoren wordt gebouwd) en het geven van genoeg – maar niet te veel – details, heeft Van Geel er een prettig leesbaar verhaal van gemaakt. Doordat het perspectief steeds wisselt, leer je de hoofdpersonen goed kennen en krijg je een beeld van hun omstandigheden. Je leeft mee met de kinderen Rietveld, die hun vader zo vaak moesten missen omdat hij bij ‘mevrouw Schröder’ was. Hun moeder doodde intussen de tijd met bijbel lezen en sigaretten roken. Je krijgt dan ook wel begrip voor de wonderlijke actie van dochter Bep: dertig jaar na Rietvelds dood (en tien na die van Truus) regelde ze dat hij opnieuw begraven werd, in Utrecht en dus niet meer naast mevrouw Schröder in Bilthoven.
Je begrijpt ook de kinderen Schröder, die ongewild in het gekste huis van de hele buurt woonden en daar door buurtgenoten raar op werden aangekeken. Een interessant personage is de jongste dochter van Truus, over wie werd gefluisterd dat Gerrit Rietveld haar vader was. Van Geel laat zich daar niet over uit, maar schrijft over haar geboorte wel: “Een meisje met donker haar en korte, brede handjes dat ze Han noemden.” Eerder in het boek, over Gerrit: “Hij tekende liever. Wanneer hij het potlood tussen zijn korte vingers klemde betrad hij een verfijndere wereld die hem beter paste.” Bijzonder is ook dat Han later een succesvol architecte is geworden.

Als lezer krijg je meteen een mooi beeld van Utrecht in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het is moeilijk voorstelbaar dat het Rietveld Schröderhuis toen ze het bouwden nog aan de rand van de stad lag, op een ‘stukje grond van niets’ en met een prachtig zicht op weilanden en bomen. “’Vlaanderenland’ noemde Gerrit het uitzicht met de populieren. Al was hij volgens Truus nog nooit in Vlaanderen geweest. ‘Het was hier zo onbeschrijflijk mooi,’ zei ze. ‘Het was te mooi om waar te zijn.’”
Helaas is de wijk inmiddels volgebouwd en met de komst van de Waterlinieweg is dat mooie uitzicht definitief verdwenen. Eigenlijk had Gerrit het toen, in de jaren zestig, willen slopen. Wat hem betreft hadden gebouwen sowieso een beperkte levensduur, na vijftig jaar moesten ze worden afgebroken zodat er weer iets nieuws voor in de plaats kon komen.
In 1929 fotografeerde Truus de ‘Graf Zeppelin’ die over de stad vloog. Deze was maar liefst 200 meter lang. Wanneer je dit leest krijg je meteen de neiging om hier meer over op te zoeken en dat levert al snel mooie plaatjes op van een reuzensigaar die langs de Domtoren zweeft. Dat zal destijds een heel spektakel zijn geweest.

Interessant zijn natuurlijk ook de andere beroemdheden die in het boek langskomen. De oudste dochter van Gerrit kreeg schilderles van Charley Toorop bijvoorbeeld. En er is natuurlijk de link met kunstbeweging De Stijl, met leden als Theo van Doesburg en Piet Mondriaan. Ook leuk is het verslag van een absurdistische Dada-avond bij Truus thuis, toen die nog op de Biltstraat woonde. Truus en de andere aanwezigen hadden erg gelachen; de dienstmeid vond het maar een malle vertoning.

Achterin het boek licht Jessica van Geel haar werkwijze toe: hoe ze kwam op het idee voor het boek, wie en wat haar bronnen waren en welke keuzes ze heeft gemaakt. Ook meldt ze wat ze na al haar research toch niet te weten is gekomen. Hoewel Truus en Gerrit zowel officieel (met een gezamenlijk bureau) als achter de schermen veel hebben samengewerkt, zullen we volgens Van Geel de invloed van Truus op het werk van Gerrit nooit precies kunnen meten.
Bij wijze van toegift sluit het boek af met opmerkingen per hoofdstuk, ‘voor de liefhebber’. Het gaat om achtergrondinformatie, feiten die elkaar tegen lijken te spreken, aanvullende weetjes, et cetera.

Hoewel het door de vele kleine hoofdstukjes en perspectiefwisselingen af en toe wel een beetje fragmentarisch aandeed, vond ik I love you, Rietveld (de titel verwijst naar de ondertekening van de briefjes die Gerrit aan Truus schreef) een zeer onderhoudend en informatief boek. Een aanrader dus.

Jessica van Geel, I love you, Rietveld. Amsterdam, Lebowski Uitgevers, 2018. 464 pagina’s, € 24.99
https://www.lebowskipublishers.nl/boek/I-love-you-Rietveld-T10368.html

Over het Rietveld Schröderhuis (achtergrondinformatie, filmpjes van het huis, tickets voor rondleidingen): https://www.rietveldschroderhuis.nl/nl

Meer lezen over de Graf Zeppelin, met een link naar een documentaire op YouTube:
https://historiek.net/de-wereldreis-van-de-graf-zeppelin/7502/

Charley Toorop Gerrit Rietveld recensie Utrecht