Dat het thema van deze Boekenweek ‘Bij ons in de familie’ is, kan eigenlijk niemand ontgaan. De familie Chabot, die gezamenlijk het Boekenweekgeschenk schreef, is alomtegenwoordig en er worden door het hele land activiteiten georganiseerd.

Ook rond De Hollandsche Lelie spelen familiebanden een belangrijke rol. De eerste hoofdredactrice, Catharina Alberdingk Thijm, was een dochter van hoogleraar, uitgever, kunstcriticus en schrijver Jozef Alberdingk Thijm en zus van ‘Tachtiger’ Lodewijk van Deyssel (pseudoniem van Karel Joan Lodewijk Alberdingk Thijm). In het tijdschrift, maar ook in een aantal gezamenlijke boeken met haar vader, presenteerde ze zich nadrukkelijk als ‘dochter van’.

Het komt vaker voor in de literatuur, dat bij iemand steeds een familielink wordt vermeld. De zeer getalenteerde Vlaamse auteur Virginie Loveling, die regelmatig bijdragen schreef voor het tijdschrift, wordt niet alleen in één adem met haar schrijvende zus Rosalie genoemd, maar vooral ook vaak omschreven als ‘de tante van Cyriel Buysse’ – alsof dat haar grootste claim to fame was. De latere hoofdredactrice Jeanne Reyneke van Stuwe is vooral bekend als ‘de vrouw van’ dichter Willem Kloos. Idem dito voor de eerste vertaler in het Nederlands van Oscar Wildes The Picture of Dorian Gray: Elisabeth Couperus-Baud werd in een advertentie op 11 oktober 1893 in De Hollandsche Lelie aangeduid als mevrouw Louis Couperus.

Zijn het meestal de vrouwen die wat in de schaduw staan; het omgekeerde komt ook voor. Henri van Wermeskerken probeerde het werk van zijn beroemde moeder Johanna van Woude (hoofdredactrice van De Hollandsche Lelie van 1889-1902, overleden in 1904, pseudoniem van S.M.C. van Wermeskerken-Junius) voort te zetten. Zijn boeken zouden echter lange tijd worden overschitterd door zijn moeders zeer succesvolle Hollandsch binnenhuisje, dat vele malen herdrukt is. In De Hollandsche Lelie werd zijn vervolg hierop, Leo Smeder (1907), niet bepaald positief besproken door Anna de Savornin Lohman. “Als zoon heeft Henri van Wermeskerken gedaan voor zijn ouders wat plicht hem gebood. Als auteur heeft hij thans een eigen naam te veroveren, doet dom, ja zelfs onkiesch – hoe goed ook zijn bedoeling moge zijn geweest -, door zichzelf in zijn eersten roman te vereenzelvigen met den verleden roem zijner moeder.”

Ook een later boek van Van Wermeskerken, Een Indisch binnenhuisje, refereerde aan de bestseller van zijn moeder. Uiteindelijk werd hij zelf alsnog succesvol, vooral als schrijver van toneelstukken, zoals Suikerfreule (1917), dat later ook verfilmd werd.

Elisabeth Couperus-Baud Henri van Wermeskerken Jeanne Reijneke Van Stuwe Johanna van Woude Louis Couperus Virginie Loveling Willem Kloos