Eén van de interessantste rubrieken in De Hollandsche Lelie is de ‘Vragenbus’. Abonnees sturen vragen in, die door andere abonnees in volgende nummers worden beantwoord. De meest uiteenlopende onderwerpen komen aan bod: vakantieadressen, tips om vlekken te verwijderen, geschikte opleidingen, etiquettekwesties, boeken om te ruilen, et cetera. In het nummer van 10 januari 1894 vinden we een vraag waarvan je maar moet hopen dat het antwoord niet te laat gekomen is. 

Zou een van de Lelies me ook kunnen zeggen, hoe men eene landschildpad, die uit West-Indië is meegebracht, zou moeten behandelen? De onze heeft sedert eenigen tijd de oogen gesloten, ofschoon ze toch niet slaapt, daar ze zoo nu en dan eens loopt, ook eet ze niet, tenzij men haar bek daartoe openbreekt.      Een van de Vier. 

Vier weken later, op 7 februari 1894, volgt een antwoord:

Voor Een van de Vier. Ge moet de schildpad vooral den bek niet openbreken, opdat zij zoude eten – een landschildpad eet ‘s winters niet. Eene mijner familieleden had vele jaren een schildpad, die zij ‘s winters in een kistje met hooi zette onder een kast. Heel zelden kwam zij te voorschijn en dronk dan alleen wat water; zoo spoedig echter de lente komt en het gras gaat groeien, kwam zij zelf uit het kistje en zocht haren weg naar den tuin of naar het bleekveld. Men behoeft er niet voor te zorgen, maar ‘s avonds diene men te zien of zij in huis is, daar zij wel zorgt uit de koude te blijven.     Frits. 

dieren vragenbus